TUINBOUW.
Langzaam maar zeker gaan onze
bedrijven en industrieën wederom aan
den gang. Wie zon het niet tot groote
vreugde stemmen?
Wie zou het niet toejuichen dat onze
autoriteiten zorgen dat deze arbeiders,
na jaren van werkloos toezien, gehol
pen worden?
Het spreekt immers vanzelf, dat het
zoo noodige schoeisel ontbreekt, en het
beschikbaar stellen daarvan noodza-
kelijk
Hoe staat het nu met de arbeiders
in den tuinbouw?
Ondanks de groote moeilijkheden in
de bezettingsjaren, zijn deze mensehen
aan het werk gebleven.
Van zelf heeft hun kleeding en
schoeisel veel meer geleden in het af-
geloopen tijdperk, dan van hen, die
gedwongen waren om niets te doen.
Men zal volmondig moeten erkennen
dat ieder die is blijven werken, nu toch
in de allereerste plaats in aanmerking
moet komen voor de genoemde arti
kelen. Helaas is deze noodzakelijkheid
nog niet tot de bevoegde instanties
doorgedrongen.
Er is helaas nog een onbillijkheid!
Het officieel vastgestelde uurloon
voor landarbeiders is vastgesteld op 41
tot 42 cent. Het is toch alleszins be
grijpelijk, dat niet één arbeider op
heden voor dit bedrag kan werken.
Voor deze vergoeding blijft niet één
knecht op den tuin! Het spreekt van
zelf, dat momenteel door de tuinders
veel meer aan hun personeel wordt
betaald dan dit vastgestelde uurloon.
Maar daarmede is het kwaad niet
Uit de wereld!
Elke arbeider weet, dat indien hij
werkloos zou worden, men hem een
steunbedrag gaat toekennen op een
basis van. het vastgestelde uurloon.
Daarom gaat men niet naar den tuin!
Voor elk ander bedrijf zijn de vast
gestelde loonen veel en veel hooger,
zoodat ieder tracht in een ander soort
bedrijf te komen.
Gevolg? Er is een schreeuwend ge
brek aan arbeidskrachten in den tuin
bouw! Er is ook een groot gebrek aan
groenten. Nederland, een land met
vroeger groote overschotten van tuin
bouwproducten, heeft nu een groot te
kort. Daar zijn veel redenen voor te
noemen. Maar ontegenzeggelijk speelt
het arbeidersvraagstuk daarin een
groote rol. Het land is klaar om te
bewerken, maar arbeidskrachten ont
breken. Arbeidskrachten ontbreken,
omdat men er nog steeds niet van
overtuigd is, dat tuinarbeid ook betaald
moet worden. Laten de bevoegde in
stanties nu eens op zeer korten ter
mijn er toe overgaan, deze tak van
arbeid gelijk te stellen met anderen.
Het vastgestelde uurloon in Leiden
voor een grondwerker is bepaald op
68 cent, en voor de landarbeiders op
41 tot 42 cent.
Verder commentaar is overbodig!
DE TUINDERS TE LEIDEN
EN OMGEVING.
DISTRIBUTIEKANTOOR LEIDEN.
Afhalen formulieren ter verkrijging
van een brandstoffenkaart T 509.
In het tijdvak van 6 t.m. 11 Augus
tus 1945 zal er wederom gelegenheid
zijn, aanvraagformulieren MD 323-09A,
ter verkrijging van een brandstoffen-
kaart T 509 (.voor verwarmingsdoelein
den) voor het stookseizoen 1945/1946
af te halen aan het distributiekantoor
Steensohuur 21, ingang Langebrug,
loket 16.
Deze aanvraagformulieren dienen bij
de eerstvolgende uitreiking van nood-
kaarten, nauwkeurig ingevuld, ingele
verd te worden, waarbij door aanvra
ger de tweede distributiestamkaarten
van ALLE gezinsleden EN de eerste
distributiestamkaart van het gezins
hoofd dienen te worden medegebracht.
Per zelfstandig gezin kan slechts één
aanvraagformulier worden ingediend.
Het distributiekantoor is voor het
publiek geopend van 9 tot 12 en van
2.15 tot 4 uur. 's Zaterdags van 9 tot
11.30 uur.
De wnd. Directeur van den
Distribubiedienst,
Th. J. v. HUMMEL.
Nu de rantsoenbonnen tarwebloem
slechts geldig zijn voor bloem, zullen
de distributiediensten in de provincies
N.-Holland, Z.-Holland en Utrecht bij
inlevering van deze bonnen uitsluitend
toewijzingen tarwebloem uitreiken.
Voor rantsoenbonnen brood, worden,
zooals gebruikelijk, gezegelde ont
vangstbewijzen bloem of meel verstrakt.
VOORSCHOTTOEWIJZINGEN
BISCUITS.
De Directeur-Generaal van de Voed
selvoorziening maakt bekend, dat spe
ciaalzaken in biscuits in de provincies
N.-Holland, Z.-Holland en Utrecht
welke geen bonnen K 05 hebben ont
vangen en derhalve geen biscuits kun
nen verkrijgen, zich tot den plaatse
lijken distributiedienst kunnen wenden,
teneinde aldaar een voorschottoewij
zing aan te vragen.
HetSchijn-
jparleiïient
Wij zijn een volk, dat in zijn
breede lagen bewezen heeft
verantwoordelijkheid te kun
nen dragen en wij zijn een mondig
volk".
Wij willen geraadpleegd worden over
zaken, die ons allen aangaan en wij
eischen het recht op het regeeringsbe-
leid te controleeren en onze ministers
te interpelleeren. Het tijdperk van on
deronsjes moet nu eindelijk maar eens
afgeloopen 'zijn
Deze woorden zijn niet van ons af
komstig. Ze zijn niet geschreven door
iemand, die den draad van 1940 weer
wil oppakken, noch ook door iemand,
die tot de malcontenten wil worden
gerekend. De bekende illegale werker,
van Randwijk, schreef ze in „Vrij Ne
derland" van 28 Juli. Het moet nu eens
uit zijn met de Besluiten-Regeering!
Jawel, de democratie stikt bijkans on
der de liefkozingen
Wij vonden de installatie van de Na
tionale Adviescommissie in de histori
sche Ridderzaal van het Binnenhof
theatraal; van Randwijk zelf lid
vroeg zich af of hij bij een begrafenis
tegenwoordig was.
Zoo aanstonds komt dan het Nood-
Parlement, dat voor ongeveer 2/3 zal
bestaan uit volksvertegenwoordigers,
die volgens een gangbare meening niet
meer het volk vertegenwoordigen en
voor 1/3 uit benoemde vertegenwoor
digers, die geen volksvertegenwoordi
gers zijn. Dat schijn-parlement zal wel
eens op zijn poot spelen, doch het we
zen van het parlementaire stelsel ont
breekt er aan en niet alleen wat zijn
samenstelling betreft. Er kunnen voor-
loopig geen verkiezingen worden ge
houden. Er zitten in dit „parlement"
personen, en niet de duidelijke afge
vaardigden van politieke partijen (het
geen geheel iets anders is dan manda-
Pecalm
De Geer
Vrij kort na de Duifcsehe overwin
ning in West-Europa in 1940 deed
Dr. Colijn zijn beruchte brochure
,Op de grens van twee werelden" het
licht zien, waarin hij als zijn vaste
overtuiging uitsprak, dat Duitschland
op het continent den toon zou aange
ven. Wy herinneren ons een correspon
dentie tusschen Dr. Colijn en den olie
magnaat Sir Deterding, dateerend
Augustus 1914 (negentienhonderdveer-
tden) waarin beiden tot de conclusie
komen, dat met Kerstmis 1914 de Eer
ste Wereldoorlog wel tot het verleden
zou behooren
De impulsieve Colijn was in 1940 het
slachtoffer van het Duitsche machts
vertoon. De realist Colijn heeft zich
daarvan zoodanig hersteld, dat de
Duitschers het toch maar beter von
den hem in Duitschland .^een vaste
verblyfplaats aan te bieden.
De Geer heeft zich niet van zijn fout
hersteld; hij is niet van zün verkeerd
geloof in een Duitsche overwinning
bekeerd. Er schijnt trouwens, naar wat
zoo af en toe hier en daar uitlekt, wel
een défaitistische geest in het Neder-
Undsch Kabinet, zetelend te Londen
anno 1940, te zijn geweest. Maar die
geest is uit~ebannen en onder de be
zielende leiding van de Koningin heb
ben Gerbrandy en anderen met ver
betenheid den oorlog tegen de Moffen
gevoerd.
Ook Pétain geloofde in een Duitsche
overwinning. En inplaats van bij het
volk te rade te gaan, waarin! zooals in
het Nederlandsche volk, een diep ge
loof wortelde in de eindoverwinning
van de goede zaak, heeft hij zich, als
ik het zoo zeggen mag, zich in dat ge
loof vastgebeten. Het wapen waar
mede Duitschland aanvankelijk het
meeste succes behaald heeft, is de bluf
geweest. Menschen als Pétain (83 jaar
toen de oorlog uitbrak), zijn daarvan
het slachtoffer geworden. Pétain is
geen misdadiger, maar de misdadiger
Laval heeft zich van den grijsaard be
diend. Er zijn er nog meer in Frank-
ryk, die zich van Pétain bedienen. Het
is óf slechts één man in Frankrijk
schuldig staat; in élk geval wordt éen
man als zondebok gebruikt door een
geheele kliek, die het Fransche volk
in staatkundig opzicht aan den rand
van den afgrond brachten.
Indien men 83 jaar en ouder is, moge
men een krasse oude heer zijn, maar
voor leidend staatsman deugt men in
geen geval. Of kon men een grijsaard
juist goed gebruiken?
tarissen). Een beroep op het kiezers
corps is onmogelijk zoolang het de Re
geering niet behaagt verkiezingen uit
te schrijven.
De sociaal-economische democratie.
Het blijkt steeds meer dat de ko
mende maanden en jaren in het tee-
ken zullen staan van de sociaal-econo
mische democratie, waaronder wij ver
staan de regeling der sociaal-economi
sche verhoudingen voor, door en met
alle deelnemers in het productie-pro-
ces, waardoor aan allen een volwaar
dige rechtspositie wordt verzekerd. De
verwezenlijking hiervan behoeft niet
te wachten op het herstel van 's lands
financiën.
De R.K. Staatsparty
heeft voor de tweede maal na de be-
vryding gezegd, dat zy er nog is. Zij
doet een beroep op de jongeren. Onge
twijfeld heeft de party een grooten
aanhang in het land. Er ligt ook veel
waars in het argument, dat iemand,
die langen tijd had geaarzeld, welke
partij te kiezen het zwaarst had doen
wegen. Hij zeide, dat de partij-formatie
van anderen ons dwingen een partij op
Katholieken grondslag trouw te biyven
Er zijn kringen waarin de party een
groot wantoruwen zal hebben te over
winnen. Er zijn er zelfs die bezwaar
hebben tegen den naam. Ock is er een
strooming, die wenscht dat de Volks
beweging geen partij zal worden, zoo
dat wij ons zoowel in die beweging,
waarin men terecht veel goeds onder
kent, als in een Katholieke partij zou
den kunnen weren. De Katholieke
partij heeft zich duidelijk genoeg uit
gesproken, Het wordt tijd, dat de
Volksbeweging dit ook gaat doen.
Er bestaan thans, komende vanuit
's Hertogenbosah, drie routes om he<t
midden 'en het westen van het land te
bereiken t.w.
a. Den BoschZaltbommelKuilen
burgUtrecht.
b. Den BoschZaltbommelVianen-
U trechtAmsterdam.
c. Den Bosch.ZaltbommelGorkum-
Kertdrik Ido AmbachtRoterdamDen
Haag.
De tweede Engelsche overwinning.
De uitslag van de Engelsche verkie
zingen met de grandioze overwin
ning der Labour-partij is Enge-
land's tweede overwinning dit jaar.
Ohurchill heeft zich vergist. Dat doen
alle groote mannen eens of meermalen
in hun leven. Wat kan de democratie
toch een schoone zaak zijn. Churchill
verwierf zich onsterfelijke roem door
zijn wyze van oorlogvoering. Het En
gelsche volk erkent dat ten volle en
tegelijkertijd beseft het, dat de geest
van Churchill niet de geest is welke
thans voor de verwezenlyking van de
sociaal-economische democratie noo-
dig is. Het kiest daarom partij voor
een anderen geest, die radicaal wil
breken met het in wezen nog altijd
conservatieve sociaal-economisch be
wind in Engeland.
Met of zonder kousenband, Churchill
blijft Churchill en Engeland toont
weer voor de zooveelste maal wat lang
durige democratische scholing vermag.
De groote Drie.
In Potsdam is buiten de wereld over
de wereld beslist. En dan te beden
ken dat groote mannen groote fou
ten plegen te maken! Intussehen als
deze regels onder de oogen van den
lezer komen zal het slot-communiqué
bekend zyn gemaakt. Wij zijn be
nieuwd
Wie zal de sterkste zijn op het con
tinent? Zullen we in Europa een West-
Europeesch en een Oost-Europeesch
blok krijgen? Men kan ervan opaan,
diat Rusland naar de opperheerschappy
streeft. Gaat het er weer om wie het
sterkste zal zijn, of zal de Tweede Vol
kenbond, die men in San Francisco in
elkaar heeft getimmerd, in staat zyn
om het recht de eerste viool te doen
spelen?
Ja ja, die bmtenlandsche politiek,
daar heeft de democratie geen vat op.
Alleen als het daarmede heelemaai
mis is, komt het volk op de prop
pen dan marcheeren de millioenen
naar het front.
Laval gevangen.
Laval gaat den weg op van alle ver
raders. Franco, die zijn positie ziet
wankelen, heeft hem uitgezet of
uitgeleverd en in elk geval overgele
verd. Franco zoekt naar een midden
weg. Hij wil aan de macht blijven en
de monarchie herstellen. Een jong ko
ninkje lijkt hem niet kwaad. En wat
willen de Spanjaarden zelf? Voor de
democratie zijn ze niet rijp. Overigens
zij men voorzichtig met de beoordee
ling van Spaansche toestanden, want
het kan er daar Spaansch toegaan.
Puntjes
op de
lie Zondag na Pinksteren
Evangelie Marcus 7.31-37
„EN HLJ SPRAK WEER
NORMAAL".
Het Evangelie, dat ons
de genezing van den
doofstomme verhaalt doet
ons weer eens dankbaar
Gods gaven waardeeren,
die we bezitten en dat
we gaaf van lijf en leden
zijn.
Het zal ons ook aanspo
ren om met groote liefde
en barmhartigheid, met
vriendelijke en bereidwil
lige hulp hen terzijde te
staan, die een of ander
gebrek hebben en daarom
niet zoo gemakkelijk uit
de voeten kunnen komen
of deelnemen aan het
leven en dagelijksch ver
keer.
Als we iemand ontmoe
ten die slecht kan spre
ken door een spraakge
brek, of die het vermogen
heelemaai mist en alleen
maar met vingertaai kan
uitdrukken, wat er ln
hem omgaat, dan moet
het ons telkens aanspo
ren dankbaar te zijn,
maar ook waarschuwen,
dat we de gave der taal,
het vermogen om te spre
ken, zóó gebruiken, dat
onze woorden een zegen,
een verrijking zijn voor
leder, die met ons in ge
sprek komt.
Er was eens een Griek -
sche diahter de man
heette Aesopus als ge het
weten wilt en die
Grieksche dichter kreeg
eens de vraag gesteld
„Wat is het beste op de
wereld?" Zonder lang na
te denken antwoordde
hij: „De tong",, „En het
sleohtste?" Onmiddellijk
luidde het antwoord:
„Ook de tong!"
Het is Inderdaad waar.
Hoeveel goed is er niet
ontstaan door het spre
ken van menschen, hoe
veel zonden vergeven.
hoeveel kwaad tegenge
houden, hoeveel men-
sohen zijn er niet terug
gehouden van een ver
keerden weg, hoeveel
hebben hun levensmoed
gekregen, hoeveel vonden
in het juiste woord de
uitkomst en de richting,
die hen naar het geluk
bracht.
Maar ook hoeveel kwaad
geschiedt er door spreken
Hoeveel worden onte
vreden door al hetgeen
zij hooren en door wat
anderen tegen hen zeg
gen.
Hoeveel bloedige op
standen, hoeveel ruïneuze
uitbarstingen zijn het ge
volg van onnadenkende
en zoo wild weggeworpen
woorden.
Hoeveel gedachten zijn
niet ln verkeerde rich
ting gedrongen door het
slechte woord naast hen
op de fabriek, hoeveel
levens zijn niet bezoedeld
en van hun glans beroofd
door het praatje op de
vergadering en het ge
sprek over de onderdeur.
Hoeveel kinderen heb
ben uit het woord van
groote menschen eerst de
zonde leeren kennen en
hoevele zielen zijn ten
verderve gegaan door de
gesprekken van hun me-
demenschen.
Die oude Griek, een
heiden, een man met le
venskennis, had het goed
gezien. Hij had gelijk. De
tong ls het beste en het
sleohtste wat een mensch
heeft. Het hangt er maar
van af hoe die mensch
die gave van de taal, hoe
hij zijn tong gebruikt.
„Wie in geen woord
struikelt, die is een vol
maakt mensch", heeft
een Apostel, de H. Jaco
bus, gezegd.
En ook Hij heeft gelijk.
Voor sommige menschen
zou het een zegen zijn als
ze niet meer konden pra
ten en voor hun omge
ving zou het een verlos
sing zijn.
„Hij sprak weer nor
maal".
De stakker uit het
Evangelie zal God hebben
gedankt dat Hij hem weer
had genezen en niemand
onzer kan zioh indenken
dat hij na korteren of
langeren tijd Ohrlstus
met teruggekeerde spraak
heeft staan vervloeken of
Hem ook heeft toe
geschreeuwd: „Kruisig
Hem, weg met Hem!"
We kunnen ons dien
man, die na zooveel jaren
van zijn spraakgebrek
was genezen, niet zoo on
dankbaar denken.
Staat dan voor ons de
zaak anders?
Zijn wij gelukkiger en
rijker bedeeld omdat wij
altijd over onze tong heb
ben kunnen beschikken,
dan die man die eerst
jaren lang van z'n spraak
was beroofd, dan moest
in ons nog een veel groo-
tere waardeering leven en
moesten wij nog veel
meer zorgen, dat wij God
niet vervloekten, dat we
de eer van onze mede-
menschen niet aanrand
den, dat we de zuiverheid
niet vermoordden, dat we
de onschuld niet bedier
ven, want dat alles doen
wij God aan. Het is dan
precies hetzelfde alsof die
genezen man langs den
weg zou gaan schreeu
wen tegen Christus of bi)
anderen Christus ging
belasteren en zwart ma
ken, of die menschen te
gen Hem ging opzetten.
We kunnen het ons niet
indenken van dien man.
Maarkunnen wij
het ons van onszelf ook
niet indenken
Helaas, wij gaan wèl
langs den weg staan en
wij gebruiken helaas wèl
de door God geschonken
gave van spraak en taal
tegen Hem.
Onderzoekt U maar eens
en maakt dat het gauw
beter wordt. Soms zou
men wenschen dat men
schen met stomheid wer
den geslagen en dat God
geen spraak genas, maar
den mensch van zijn
spraak beroofde.
Deze week
in het
Binnenland
Deze week
in het
Buitenland