Zijn wij een
Christelijk Volk?
LEEFT HIJ NOG?
Nieuwsflitsen
De Leidsche Burcht
Schijnwerpers op...
DE BURCHT
Katholiek Dagblad voor Leiden en Omstreken
No. 13
DINSDAG 3 JULI 194J
Bureaux Redactie
en Administratie
OUDE RIJN 1. TEL. 22777
Abonnementsprijzen
f. 0.26 per week
f. 1.10 per maand
f. 3.20 Der kwartaal
Er hunkert in veler harten het ver
langen naar samenwerking.
Het zien van den gemeenscha ppelij-
ken nood brengt mensehen bijeen, die
elkaar anders niet aankeken.
Moreele ontbinding en gevaren voor
een zedelijken volksondergang doen
steeds meer menschen beseffen, dat
slechts christelijke normen ons vader
land van den afgrond kunnen terug
trekken.
Van verschillende kanten wordt dan
cok het Christendom naar voren ge
bracht in zijn normen van „waarheid,
gerechtigheid en liefde" als de eenige
grondwet, die fundament kan worden
van een hernieuwde en gelukkiger
samenleving.
Dit alles leeft in de overgroote meer
derheid.
Maar het blijft bij theorie.
Wat merken we in het openbaar van
het Christendom
Niets! We leven nog steeds onder de
liberale ban van „godsdienst is privé-
zaak".
Onder de aanwezigen in de Pieters
kerk zijn er vele geweest en niet
alleen katholieken die het als een
gemis hebben gevoeld, dat er geen en
kel gebed werd gesproken bij de „Doo-
denherdenking".
Natuurlijk kan men „mede-bidden",
wanneer „Wilt heden nu treden" of
het „Te Deum" gezongen wordt als
men zulks doet, toont men den diepe
ren zin van een Doodenherdenking te
begrijpen maarzóó bidden is
voor de massa hoogere rijkunst: we
hebben nu eenmaal bij zulke volksver
zamelingen een positieve aansporing
noodig: „Laat ons nu bidden".
Hetzelfde geldt voor de twee minu
ten .stilte", die zonder nadrukkelijke
aansporing door de meesten wel in
stilte, maar niet in gebed worden door
gebracht.
Waarom niet
Als wij tezamen overleggen om geza
menlijk de moeilijkheden op te heffen,
als wij gezamenlijk plannen maken om
den nood te lenigen, als wij bijeenko
men en ons afvragen wat wij kunnen
doen voor het herstel van ons volk,
waarom bidden we dan niet voor we
beginnen? Waarom vragen we Gods
hulp niet?
Zeker, een katholiek heeft een an
dere wijze van bidden dan een protes
tant en beiden weer anders dan iemand
die zich „buitenkerkelijk" noemt, maar
waarvan men zoo maar niet mag zeg
gen: „die bidden.toch niet".
Een gezamenlijk gebed zou misschien
wat onwennig gaan, ofschoon wij ge
sprekken van katholieken en niet-ka-
tholieken meemaken, waarbij geregeld
dan door den een dan door den ander
„in gebed wordt voorgegaan".
Maar er kan tenminste altijd gele
genheid worden gegeven om te bidden.
Iedere bijeenkomst kan beginnen met
een enkele korte minuut, waarin men
Gods hulp en voorlichting kan afsmee-
ken over het werk, dat we gezamenlijk
gaan doen, een gebed, dat ieder in
stilte bidt, want de fluisteringen van
den Geest hebben „de drukte der men
schen" niet noodig.
Hier ligt een practisch punt, waarin
we de werkelijke eenheid van een fun
damenteel Christelijk beginsel kunnen
toonen.
Dit is toch wel het allereerste, dat
we gezamenlijk willen getuigen: Gods
hulp is onontbeerlijk en zonder Hem
bouwen we vergeefs.
Waarom doen we het dan niet
Zitten we nog zoo onder liberale
ban? Of streven we een „eenheid" na,
die nivelleert en laten we daarom alles
achterwege?
Ofdurven we niet
Laat ons ophouden met praten over
samenwerking op de basis van het
Christendom en beginnen met dit
te doen!
„Waar er twee of meer in Mijne
naam vergaderd zijn, daar ben Ik in
hun midden".
Ik was maar gast in zijn „huis". De
S.D. achtte het niet gewenscht, dat ik
in het Huis van Bewaring te logeeren
werd afgegeven, daar waren immers
geen anderen dan politieke gevange
nen en contact zou misschien mogelijk
zijn. En voor mij als „zware jongen"
werd dan ook de gevangenis maar aan
gewezen als hotel, 't Was een sensatie
in de heusche gevangenis, dat nu ook
een politieke misdadiger werd binnen
gebracht. Dat waren ze feitelijk niet
gewoon.
Toen ik 's avonds binnenkwam, ge
radbraakt en ellendig, had ik „hem"
al dadelijk in de gaten. Hij vroeg niet
veel, maar z'n oogen spraken een eigen
taal.
Hij was de eerste die m'n gfzakkende
broek wat optrok, de eerste die met
een kroes water aan kwam dragen, de
eerste, die mij op dien dag als mensch
behandelde. Hij was 't ook, die zoo iets
van een verontschuldiging maakte, dat
ze mij geen stroozak mochten geven
en geen kruk, en met de meevoelende
fijnheid van een vriend hielp hij mij
om, niettegenstaande mijn handen op
mijn rug geboeid waren, toch nog een
beetje behoorlijke ligging te vinden op
de cementen vloer.
Dertien weken ben ik z'n gast ge
bleven. De eerste weken in den kelder,
in een „bijzondere" strafcel. Toen kon
hij maar een enkel keertje binnen wip
pen. Want daar waren er enkelen on
der het personeel, die „fout" waren.
Maar later kwam ik op „zijn" afdee-
ling, cel 47. Toen werd het pas goed.
Toen zijn we vrienden geworden, want
we hebben het meest intieme, het
meest eigene, aan elkander uitgezegd.
Zoo somber als de dag ook was voor
mij, wanneer hij vrij-a.f had en niet
kon verschijnen, zoo'n vreugde was 't,
wanneer hij de „nachtwacht" had, dan
kon er 's avonds wel een tien minuten
of een kwartier overschieten, dat hij
op den rand van mijn krib ging zitten.
Hij was maar een doodgewone gevan
genisbewaker. Maar zijn eerlijke woor
den en zijn simpele kijk op de dingen
zijn een steun voor mij geweest', zoo
groot, dat ik de geestelijke veerkracht
kon behouden, die zoo noodig was.
En wat was hij gelukkig, intens ge
lukkig en rijk, toen hij 't met den aal
moezenier had doorgemaakt, dat hij
zelf mij een paar keer in de week in
't geheim de H. Communie mocht
brengen. Met wat een eerbied knielde
hij dan voor mij neer, zoodat ik het
ziekendoosje met den allerheiligsten
inhoud uit zijn borstzak kon halen,
met. welk een eerbied was hij dan ge
tuige van mijn communiceeren. Iets
herinnerde ons dan beiden aan het
geen wij over den Catacombentijd ge
hoord hadden. En op den morgen, dat
ik plotseling op „transport" werd ge
steld, gaf hij mij een hand en nog al
tijd voel ik na de hartelijkheid, die in
dien handdruk aan mij werd meege
geven. Ik heb hem niet meer gezien.
Ik weet dat zijn stad zwaar gebo- bar-
deerd en beschoten is, ik weec dat
practisch alles daar ruïne is geworden.
En daarom ben ik zoo benieuwd, of
die bewaker nog leeft, die prachtige
Vaderlander.
Th. SANDERS O.FM.
Het ministerie van oorlog der V.S.
heeft 4000 soldaten een verlof van een
maand toegestaan, opdat in de onmid
dellijke behoefte aan spoorwegarbei
ders kan worden voorzien.
In Gent is een Zwitsersch schip
aangekomen met voorraden voor Bel
gië en Nederland. Het is de „Henri
Dunant". De goederen zijn afkomstig
van het Internationale Roode Kruis.
De vroegere fascistische jeugdlei
der en minister der corporaties Renato
Ricci is in Lecco in N. Italië gearres
teerd.
Per 1 Juli j.l. waren uit Duitsch-
land gerepatrieerd 3.260.000 krijgsge
vangenen en gedeporteerden, terwijl
nog 2.530.000 personen gerepatrieerd
moesten worden.
Volgens onthullingen van een be
waker zijn te Monza bij Milaan inder
tijd 150 personen door de fascisten
levend ingemetseld in de kelders van
een villa.
Verscholen achter de huizen van de
Hoogstraat ligt een historisch monu
ment, dat niet alleen voor onze stad,
doch voor ons geheele land de grootste
bezienswaardigheid vormt.
Hoog boven de huizen kruinen de
ondanks de onverzadigbare houthon-
ger nog gespaard gebleven boomen
en stoffeeren weldadig het stadsbeeld.
Niet overal kan men ze zien deze reu
zen, doch waar ze zichtbaar zijn wor
den we er onmiddellijk aan herinnerd,
dat onze vlakke waterrijke stad een
begroeide heuvel heeft.
De stad Leiden bezit een Burcht, al
heeft niet elke Leidenaar deze ooit
gezien.
Het is een monument uit de grijze
oudheid, niet van Romeinsch of ander
uitheemsch makelij, doch de eerste
manifestatie van de zich ontwikke
lende kracht van ons eigen gewest.
Hoog rees het op, in het lage ruige
landschap, waar een klein Hollandsch
stadje te groeien lag. Door menschen-
hand werd hij opgeworpen deze heu
vel, die huizenhoog uitstak boven de
schamele woninkjes van de landelijke
bevolking, welke zich bij het samen
vloeien van de Rijnarmen en de Mare
vredig had neergelaten. Langs de stijle
burchthelling torsten de nijveren de
zware baksteenen omhoog, van een
formaat veel grooter dan de huidige,
naar den top, waar het bouwwerk op
last van den landheer verrijzen moest.
Nog nooit eerder zagen zij, die in huis
jes, opgetrokken van hout en klei, hun
tevreden bestaantje leidden, een bouw
sel in zulk onverwoestbaar materiaal
opgetrokken. In den wijden omtrek
zag de bevolking op naar dit monu
ment, dat daar lag als een trouwe ba
ken in zee, als een symbool van een
gezag, waaraan niet te tornen viel,
doch tevens als een schutse, die hen
beschermen zou wanneer onheilen hen
bedreigden. De burcht bestond uit een
ringmuur met weergang, die een cir
kelvormige ruimte omsloot.
Wanneer hooge vloeden of woeste
krijgsbenden naderden, wisten ze zich
veilig binnen deze muren, waarheen
zij met have en vee konden vluchten.
Onder de bogen der weergangen bor
gen ze de goederen, in snel opgetim-
merde schuren huisden volk en vee, de
groote en diepe waterput, waaraan nu
nog de meest romantische verhalen
van onderaardsche gangen verbonden
zijn, leverde het drinkwater en achter
de nu nog duidelijk zichtbare schiet
en werpgaten posteerden zich de
krijgslieden om den vijand een be
storming van den burcht onmogelijk
te maken.
Uit welk jaar de bouw dateert, staat
niet vast Geen oorkonden bleven ons
ervan bewaard, doch hij is zeker niet
I jonger dan het jaar 1200, -wellicht nog
I een eeuw ouder. Hij moet gebouwd zijn
in den tijd, dat Leiden nog geen om-
muurde stad, doch slechts een samen
woning van een kleine landelijke be
volking was, die zich bij een naderend
gevaar in deze wijkplaats in veiligheid
kon stellen. Terwijl doorgaans bij de
stichting van kasteelen allereerst de
verdedigbare woontoren werd gebouwd,
waarin de kasteelbewoner zich bij ge-
vaar kon terugtrekken, en eerst later
het voorterrein werd ommuurd, be-
stond de Leidsche vesting, die door den
Egmonder tijdgenoot een „urbis prae-
sidium", stadsvest-ing, wordt genoemd,
alleen uit een ommuurd terrein, vol
doende groot om de bevolking met
hebben en houden te herbergen. Een
I woongebouw zal vermoedlijk binnen
dezen ringmuur niet gestaan hebben
j en het is twijfelachtig of zich ook bui
ten de ommuring een verdedigbaar
kasteel heeft bevonden. De woning van
den burggraaf, die hier het beheer
voerde, over welke woning de historie
nimmer iets vermeldt, moet men zich
waarschijnlijk als een eenvoudige be-
huizing voorstellen, die zich binnen of
buiten de gracht bevond.
Van den oorspronkelijken tufsteenen
burcht is nog slechts een klein ge
deelte over, doch de uiterlijke vorm
werd bij latere vernieuwingen gehand
haafd.
Ir. H. VAN OERLE.
Z.H. DE PAUS OVER DEN OPBOUW.
Bij een ontvangst van leden van de
Amerikaansehe maritieme commissie
heeft de paus gezegd: „Om een blij-
venden vrede te bereiken moeten de
mannen, op wie de grootste verant
woordelijkheid rust, zich niet uitslui
tend bezig houden met den stofi'elijken
herbouw der wereld: zij moeten ook
voor elk volk politieke, geestelijke en
godsdienstvrijheid waarborgen".
DUITSCHLAND
De geallieerden hebben besloten,
dat 45 van alle Duitsche steenkool
uit hetdoor Amerika, Engeland en
Frankrijk bezette gebied naar Frank
rijk zal gaan.
Met ingang van 1 Juli wordt het
postverkeer in geheel Westfalen
hervat.
In het door de Russen bezette ge
bied v. Duitschland is door de nieuwe
Communistische Partij een manifest
uitgevaardigd met 10 doelstellingen.
POLEN
Iedere gedemobiliseerde Poolsche
soldaat of voormalig partisaan kan
gratis ontvangen 25 acres bouwland
(1 acre is ruim 4000 M2.)
Kolonel Groz (Poolsoh opperbe
vel) verklaarde, dat de houding' van
regeering en leger ten opzichte van
Rusland vergeleken kan worden met
de houding van Frankrijk tegenover
De Fransche regeering heeft de
voorloopige Poolsche regeering erkend.
Zweden benoemde een diploma
tiek vertegenwoordiger bij de nieuwe
Poolsche regeering.
RUSLAND:
Turkije zal, in verband met de
Russische nota, terugwijzen op de be
lofte van Engeland en Rusland van
Augustus 1941.
Tsjecho-Slowakije heeft Roethe-
nië aan Rusland afgestaan. Molotov
noemde dit „een treffende illustratie
van de oprechte vriendschap tusschen
de Slavische volken en de broederlijke
samenwerking tusschen de Sowjet-
Unie en Tsjecho-Slowakije. Molotov
achtte het van groot politiek belang.
Radio Moskou deed opnieuw een
aanval op een deel der Zweedsche pers,
omdat zij provoceerende verzinsels om
trent de Sowjet-Unie publiceeren.
VERRE OOSTEN
Radio Tokio heeft melding ge
maakt van hevige gevechten met de
Am. op het eiland Ternate.
Vier Japansche generaals zijn tij
dens acties tegen den vijand gesneu
veld.
50 Supervestingen hebben een
aanval gedaan op een Japansch olie
centrum.
Liberators der Marine bombar
deerden schepen, opslagplaatsen en
spoorwegen in de nabijheid van Tokio.
Truman voorspelt, dat de mach
tige geallieerde basis, welke in de Phi-
lippijnen wordt opgebouwd, een rol zal
spelen in den laatsten slag tegen Japan
De Amerikaansehe 7e vloot ope
reert in de Straat van Makassar tus
schen Borneo en Celebes.
De Amerikaansehe Staatssecreta
ris J. Grew ontkent nieuwe Japan
sche vredesvoorstellen.
De Japanners vielen een inlandsch
kamp aan op het eiland Loeboean,
waar zorg werd gedragen voor duizen
den zieken en invalide mannen en
vrouwen.
De zender Tokio heeft het Japan
sche volk medegedeeld, dat het voor
bereid moet zijn op een mogelijke in
vasie uit het Noorden door een mach
tige formatie der 9e Am. vloot, die
haar kans afwacht.
Verbitterde gevechten in de W. en
N.W. voorsteden van Lioetsjau. Het
vliegveld, dat dienst heeft gedaan „om
Tokio te bomfoardeeren is in Chinee-
sche handen. Het ligt binnen het be
reik van de „invasie"-kust van Zuid-
China.
Zelfs als de Japanners in Japan
capituleeren, doch volhouden in Ned.
Oost-Indië, is 86.8 procent der Am. be
volking ervoor om deze gebieden te be
vrijden.